Verdachten scooterdrama Nijmegen blijven elkaar beschuldigen

Mohamed A. en Mohamed El G. blijven elkaar aanwijzen als de bestuurder van de scooter die op 15 januari 2010 de 50-jarige Mario van de Geijn doodreden. Het duo sloeg op een gestolen scooter op de vlucht voor de politie. De twee mannen, die destijds 19 en 20 jaar oud waren, reden Mario van de Geijn dood toen deze wou oversteken bij groen licht.

Het getouwtrek tussen de twee duurt inmiddels al jaren. Duidelijk is dat een van de twee liegt, en wie dat is daar probeert justitie al jaren achter te komen. Eerder werden beiden veroordeeld voor het doodrijden van Mario van de Geijn maar in hoger beroep werden de twee vrijgesproken. De vrijspraak volgde, omdat volgens de rechter niet bewezen kon worden wie van de twee de scooter bestuurd heeft. De Hoge Raad stak hier echter een stokje voor en besliste dat de zaak opnieuw behandeld moest worden bij het gerechtshof.

Er is echter niks veranderd in de afgelopen jaren. Beide wassen nog steeds hun handen in onschuld en wijzen elkaar aan als de bestuurder van de scooter. Het enigste wat door beiden erkend wordt is dat ze van plan waren om het Belvoir hotel in Nijmegen te gaan overvallen. Toen de politie opdook dachten de twee dat deze op de hoogte waren van hun plannen en sloegen op de vlucht. Beide mannen wijzen de ander aan als bestuurder, verschillende argumenten worden hiervoor aangedragen. Maar geen enkel argument lijkt een degelijke onderbouwing over wie er nu de bestuurder was.

De vriend van het slachtoffer, Gé Creemers, vraagt in zijn slachtofferverklaring aan beide verdachten of ze een gesprek met hem aan willen gaan. Een straf voor de twee mannen hoeft voor hem niet. Hij is vooral klaar met de lange duur van dit proces. “Wanneer houdt dit op? Dat wil iedereen die bij deze zaak betrokken is.” De schuldvraag is voor hem niet aan de orde, hij wil gewoon weten wat er is gebeurd. “Het gaat om verantwoordelijkheid nemen.” Hij wil geen antwoord op de vraag wie de bestuurder was. “Wat mij betreft zijn jullie allebei verantwoordelijk. Jullie waren er allebei bij.” Creemers wil graag praten met de mannen over het ongeluk, de impact en de gevolgen. Volgens hem is dat beter dan eindeloos tegenover elkaar staan. “We moeten verder leven en misschien kunnen we elkaar helpen.” Nadat voor Mohamed A. en Mohamed El G. duidelijk is dat Creemers niet wil weten wie de bestuurder was stemmen ze via hun advocaat beiden in met een gesprek.

Ook vandaag komt er nog geen einde aan deze rechtszaak. Op 4 maart volgt nog de requisitoir en de strafeis van het Openbaar Ministerie. Hopelijk komt er dan na de uitspraak eindelijk een eind aan dit al jaren durend proces.